Regisseurs Alain Gagnol en Jean-Loup Felicioli maakte in 2010 hun speelfilm debuut met ‘Van de Kat geen Kwaad’, die in Berlijn werd geselecteerd bij het festival en in 2012 zelfs een Oscar nominatie in de wacht sleepte. De druk voor een sterk vervolg is dus groot, waarbij ze met Phantom Boy voor een mix van film noire en superhelden genre hadden gekozen wist de film in de bioscoop (vooral filmhuizen) een bescheiden succes te scoren. Nu was het zien of deze film thuis ook de juiste snaar wist te raken bij mij, maar ook bij mijn zoon (6 jaar) een superhelden- en tekenfilmfan pur sang
De 11-jarige Leo uit New York is een Phantom Boy: hij kan onzichtbaar worden en door muren vliegen. Hij raakt bevriend met Alex, een politieagent die in een rolstoel zit. Alex is gewond geraakt door een mysterieuze bandiet, die de stad bedreigt met een gevaarlijk computervirus. Samen vormen ze een buitengewoon super duo, met Leo in de lucht en Alex op de grond. Ze ontfermen zich over Marie, een moedige journaliste die op zoek gaat naar de schurk, en op wie Alex een oogje heeft. Wanneer Marie in de handen van de gangster valt, moet het duo al hun krachten bovenhalen om haar terug te vinden, en New York van de ondergang te redden.
Met Phantom Boy kiezen de makers weer voor een, je zou bijna zeggen ouderwetse, tekenstijl waarbij er geen computer animatie wordt toegepast. Ze maken het echter wel surrealistisch, waardoor ze zichzelf wel de nodige vrijheid geven met betrekking tot de bewegelijkheid van de karakters. Dit heeft gelijk ook zijn charme en zorgt voor een unieke stijl die je nu bijna niet meer ziet. Dat allen is natuurlijk niet genoeg om de kijker bijna 1,5 uur te boeien, helemaal omdat de jonge kijkers tegenwoordig toch behoorlijk verwend wordt met de groots computer geanimeerde spektakelstukken. Phantom Boy zet hier een mooi en spannend verhaal tegenover. Het verhaal van Leo is natuurlijk zeer aangrijpend, maar tegelijk ook inspirerend vanwege zijn onbaatzuchtigheid om de medemens te helpen met zijn verworven krachten. Tegelijk is het ook bijzonder, want zijn krachten bestaan niet uit iets onoverwinnelijks zoals supersnel of sterk zijn. Juist de kracht om overal te kunnen zien blijkt hier misschien wel beter dan welke andere kracht en werkt duidelijk ook op de verbeeldingskracht van kinderen. Het film noire aspect van Phantom Boy zal daarbij het volwassen publiek meer aanspreken, waarbij de onderlinge relaties en de karakters het verhaal een hart geeft. De slechterik van het verhaal is het de cartooneske man met het vervormde gezicht, welke in het Nederlands fantastisch is ingesproken door Frank Lammers. De volledige stemmencast is trouwens goed ingevuld, echter zal bij velen de man met het misvormde gezicht het meest bijblijven mede dankzij Frank Lammers. Dit figuur blijft, ondanks zijn kwaadaardige voorkomen, een gentleman met een verhaal en, niet geheel onbelangrijk, zorgt deze ook nog voor wat grappige momenten. Zo zit er bovendien genoeg humor in het verhaal verwerkt met zijn kleurrijke figuren. Phantom Boy zal misschien te complex en spannend zijn voor de allerkleinsten, maar vanaf een jaar of 6 à 7 tot en met de volwassenen zullen zich zeer goed met deze film kunnen vermaken welk grappig, spannend en ontroerend is. En bovendien duidelijk met veel liefde gemaakt is en dat is iets wat bij tijd en wijle verloren gaat bij de vele computeranimaties en de sequels die daarop volgen.
Extra’s
Er zit een mooie uitgebreide making of toegevoegd met helaas 2 minpunten. De eerste is dat de stukjes met de regisseur en de geluidsman in het Frans zijn, maar niet ondertiteld. De tweede is dat de Nederlandse stemmencast niet aan het woord komt. Gelukkig laten de makers wel een duidelijk beeld zien hoe deze film tot stand is gekomen door met name veel handwerk en de passie om iets moois af te geven. Mocht je toch willen weten wat de Franstalige regisseurs over deze film te vertellen hebben kun je altijd nog ons interview teruglezen die wij met deze mannen hebben gehad ten tijden van de bioscoop release.