2015 is het jaar van Dino’s, snelle auto’s en de terugkeer van the Force. Maar bovenal is 2015 het jaar van de spionage films met titels als The Kingsmen, Spy, MI: Rogue Nation en James Bond : Spectre staat The Man from U.N.C.L.E. niet alleen en na drie succesvolle films wordt de druk voor de volgende alleen maar groter. The Man From U.N.C.L.E. is net als Mission Impossible gebaseerd op een succesvolle tv serie uit de jaren ’70. In tegenstelling tot die laatste speelt de Man From U.N.C.L.E. zich wel nog steeds af in de jaren ’60.
Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog worden vijanden CIA-agent Napoleon Solo (Henry Cavill) en KGB-agent Illya Kuryakin (Armie Hammer) gedwongen samen de strijd aan te binden met een mysterieuze, internationale misdaadorganisatie die door middel van kernwapens en technologie het wankele machtsevenwicht dreigt te verstoren. Met behulp van de dochter van een verdwenen Duitse wetenschapper probeert het duo te infiltreren in de misdaadorganisatie. Een race tegen de klok om de wereld te behoeden voor een ramp.
The Man From U.N.C.L.E heeft een simpel standaard verhaal voor een dergelijk spionage film en is daarom eigenlijk vooral afhankelijk van de uitvoering. Hier gaat het helaas mis, want van echte chemie is geen sprake tussen de drie hoofdrolspelers en dit heeft vooral zijn uitwerking de lol die de film moet uitstralen. Armie Hammer, als de stijve Rus Illya, en Henry Cavill, als de losbandige Amerikaan Napoleon, zitten op zich lekker in hun rol, maar de onderlinge klik wil maar niet echt tot leven komen. Alicia Vikander, die ons eerder dit jaar wist te overdonderen in Ex-Machina, valt als Gaby een beetje tussen wal en schip met een slap uitgewerkte rol waar zij duidelijk weinig mee kan of doet. Waar Guy Ritchie met de Sherlock Holmes films en ook zijn oudere werk van Snatch en Lock, Stock and Two Smocking Barrels frisse vlotte films wist af te leveren, waarbij de dynamiek tussen de mannelijke hoofdrolspelers de films iets extra’s gaf, weet hij dit hier niet voor elkaar te krijgen. Tel daarbij op dat de actiescenes er soms rommelig uit zien en nergens echt spectaculair worden, de humor niet verder komt dan hier en daar een glimlach en misschien het ergste de film gewoon nergens echt spannend wordt. Wat voor de film pleit is dat hij niet saai is en makkelijk weg te kijken is. Bovendien ziet de aankleding er top uit en in combinatie met de muziek straalt de film wel een jaren ’60 sfeertje uit. Hij is echter ook weer zo vergeten en dat is iets wat wij niet hadden bij de andere spionage films eerder dit jaar.